Hopoogst Odijk!

Hopoogst in Odijk 1Meer dan honderd jaar geleden verdween de hopteelt uit Nederland. In Utrecht zelfs al eerder. Maar met de opkomst van kleine, ambachtelijke brouwerijen verschijnen her en der ook weer eigen hopkwekerijen. Zoals op de Bijenakker in Odijk, waar brouwerij Hommeles uit Houten een traditionele hoptuin heeft ingericht. Deze week werd voor het eerst sinds mensenheugenis weer ‘Utrechtse’ hop geoogst.

Bij de term ‘Utrechtse’ hop moet wel een kanttekening worden geplaats. Want in feite zijn de hoppen ingevoerd uit Amerika. Kees Volkers, brouwer bij Hommeles en initiatiefnemer van het hopveld: ‘De oorspronkelijke Nederlandse hoppen zijn er niet meer, we hebben hier alleen nog wilde hop, die ook wel in tuinen groeit. Maar als brouwer kan je daar niet veel mee. Wij hebben de hopwortels uit Amerika laten komen. Twee soorten: de centennial en de cascade. Dit zijn rijke aroma-hoppen, die we pas op het laatst toevoegen aan het bier’.

Samenwerking

Hopoogst in Odijk 2De hoptuin in Odijk werd deze winter opgezet, met traditionele hoge palen van 5 meter. Volkers: ‘De hopplant groeit enorm snel tot wel zeven meter hoogte. Bij professionele hopkwekerijen zijn de palen dan ook hoger, maar dat zou voor ons niet meer werkbaar zijn’. De fotogenieke groene hopbellen, die de werkzame stof ‘lupuline’ bevatten, vormen zich eigenlijk pas in de laatste zes weken. Helaas zijn de bellen nu alweer geplukt. Voor een eerste oogst was de opbrengst onverwacht hoog, meldt Volkers: ‘We gaan met deze hop een eenmalig bier brouwen: een ‘green hops’. Het wordt een samenwerking tussen Hommeles uit Houten en brouwerij De Eem uit Amersfoort. Eind oktober komt het bier op de markt’.

Vers van het land

Met verse hop kun je maar één keer brouwen. Normaal wordt de hop gedroogd en dan luchtdicht bewaard. In Engeland, met name in Kent, is het een grote traditie om met vers geplukte hop – de ‘green hops’ – een eenmalig bier te brouwen. Het is mooi dat de kleine ambachtelijke brouwerijen de hopteelt in Nederland weer oppakken. ‘Commercieel is het natuurlijk totaal niet interessant’, bekent Volkers. ‘Zo’n hopveld kost alleen maar geld en vooral een hoop werk. Maar het gaat om de beleving en het terugbrengen van een verloren cultuur. En zo’n hoptuin vol met bellen, dat ziet er gewoon geweldig uit!’